24e dag, dinsdag 5 juli 2011. 23e etappe: Navarette – Redecilla del Camino, 65 km.

Zonsopkomst in Navarette

Aangezien de etappe van vandaag maar kort is, hoef ik geen haast te maken met vertrekken. Als ik wakker word is het nog vroeg; voor zonsopkomst. De vogels fluiten er lustig op los. Ik pak mijn videocamera en trek erop uit. Alhoewel, ik kom maar tien meter de camping af. Deze ligt langs de weg Navarette – Entrena, de LR-137. Aan de overkant van de weg ligt een ogenschijnlijk braak liggend terrein. Ik kijk precies naar het oosten en zie de zon prachtig opkomen boven de lage heuvelkammen in de verte. Ik maak foto’s en neem wat op video op. Daarna ontbijten: het bekende pannetje thee, Spaans brood (pan) en ik doe er tapa negra op. Een lekkere Spaanse paté uit een klein blikje. Om negen uur vertrek ik. De was heeft de hele nacht kunnen drogen, maar alleen de fietsshirts zijn vrijwel droog. Om elf uur ben ik in Nájera. Onderweg heb ik de klimmetjes gehad waarover ik het gisteren had. De klim in Sotés weet ik te bedwingen zonder te hoeven lopen. Een overwinning. In 2008 moesten Arjan en ik er van de fiets. Op het bankje boven in Sotés zaten we blijkbaar zo uitgeput te rusten dat er een automobilist stopte die vroeg of we hulp nodig hadden. “Nee, dank U”, antwoordden we toen. Nu heb ik op het bankje zitten genieten omdat ik de klim heb gehaald zonder te hoeven lopen.

Terras van barretje in Najera

In Nájera kom ik weer op bekend terrein. Het is het terras van de tapasbar net over de brug, links. Ik parkeer de fiets op de brug en daal de trap af naar het terras. Aan de bar zie ik dat er eieren met spek worden gebakken. Dat wil ik ook wel. Ik bestel twee eieren met spek, koffie en vers sinaasappelsap. Het wordt buiten op het terras geserveerd. Helaas was mijn koffiebestelling slordig. Ik bestelde café grande, geen café solo grande. Het woordje ‘solo’ is het verschil tussen koffie met en koffie zonder melk. En als Spanjaarden melk in de koffie doen is dat geen klein wolkje. Driekwart van hetgeen je krijgt is melk. Het is dus meer melk met koffie. Leche con café, in plaats van café con leche. Ik heb het idee gekregen dat de meeste Spanjaarden ’s morgen café con leche drinken. Ik niet. Ik doe een poging om de bruinige warme melk te drinken, maar ik haak af en laat de drank staan. Gelukkig heb ik nog vers sinaasappelsap. Daar valt weinig aan te bederven. Binnen aan de bar bestel ik nog een café solo grande. Nu gaat het wel goed. Enkel sterke koffie. Geen melk en geen suiker.

Ik ben van plan naar Cañas te gaan. Dat ligt niet op de route maar er wel vlakbij. Iets boven San Millán. Het monasterio San Millán de la Cogolla ken ik al. Er is daar een zeer indrukwekkende bibliotheek. Een deel van het monasterio is inmiddels hotel. Ietje en ik hebben er in 2009 overnacht.

Wapen van Monasterio Canas

Een bezoek aan het monasterio in Cañas kan nog mooi plaatsvinden voor de siësta. Het monasterio is een van de eerste Cisterciënzer vrouwenkloosters op het Spaanse schiereiland en het dateert uit eind 10e eeuw. In een stenen grafkist ligt Urraca Diaz I de Haro (1192-1263), een adellijke dame die geld heeft gestort en als tegenprestatie in het klooster haar graf kreeg. Ook kun je er twee hoefijzers zien die het paard van Santiago onder had tijdens de slag in las Navas de Tolosa op 16 juli 1212, bijna op de kop af 800 jaar geleden. Het is een bijzonder monasterio. Zeker een bezoek waard; er is nog veel meer moois te zien. Je moet dan wel rekening houden met de openingstijden. Ik sta om twee uur weer buiten; een tweetal toeristen dat net met de auto is aangekomen, staat aan een gesloten deur. Net voor ik naar buiten wilde gaan werd ik nog geattendeerd op een vertrek (achter een gesloten deur) waar ik nog niet was geweest. Met zeer oude en vaak prachtige beelden. Ik werd –met de beste bedoelingen– goed in de gaten gehouden. Dat is ook gemakkelijk als er maar één bezoeker rond loopt.

Monasterio in Canas

Buiten eet en drink ik nog wat en daarna gaat de reis verder, met een stempel van Cañas in mijn Credential. Op de weg waarover ik Cirveña binnen rijd maak ik weer een stukje video op de fiets. Ik rijd op de linker weghelft, want op de rechter liggen ribbels die het verkeer moeten afremmen. En tegemoet komende boer op een tractor toetert vriendelijk. Twee oude mannen op een bankje langs de weg groeten me. Mooi volk, die Spanjaarden. De video geeft een impressie van deze streek, de Rioja. De aarde is er bruinrood gekleurd, het terrein is licht glooiend en aan de gewassen op akkers te zien is de grond zeer vruchtbaar. Er staan uiteraard veel druivenstruiken. Na Cirveña daalt de weg richting Santo Domingo de la Calzada. Het is nog steeds siësta als ik daar aan kom. De kerk is dicht. Inmiddels moet je betalen om er binnen te mogen. Ik laat een bezoek aan de kerk lopen; ik ben er al geweest en ik heb de kip en de haan in hun hok zien zitten. In een kroeg bestel ik een glas bier.

Morcilla de Burgos

Er is niks te eten en dus verhuis ik naar een andere kroeg en bestel daar morcilla de Burgos. Spaanse bloedworst. Ik krijg er brood en wat warme paprika (piementos) bij. Mijn eindbestemming vandaag staat nog niet vast. Deze etappe is deel twee van een improvisatie. In het plan staan voor het traject Estella-Burgos twee etappes. Ik heb er drie etappes van gemaakt en de reservedag van de planning daarvoor ingezet. De kandidaten voor de bestemming van vandaag zijn Belorado en Redecilla del Camino. In Belorado heb ik in 2008 ook overnacht. Ik besluit niet de fietsroute te volgen maar vanaf Santo Domingo de la Calzada de N120 te nemen. Dat is een brede doorgaande weg met veel (vracht)verkeer. Niet fijn fietsen. Maar rechts van de doorgetrokken streep aan de rechterkant van de weg ligt nog een brede strook asfalt. Te gebruiken als fietspad. Dat maakt het fietsen iets gemakkelijker alhoewel het nog steeds enigszins gevaarlijk  is. Gelukkig wijken de meeste vrachtwagens een stuk naar links uit als ze me passeren. Ik kies deze drukke weg omdat ik via de fietsroute een stuk omrijd en omdat ik weer volop wind tegen heb. Ik wil zo snel mogelijk stoppen bij een albergue. Het wordt dus geen Belorado maar Redecilla del Camino. Vanuit Santo Domingo het eerste dorpje in de provincie Burgos. Ik verlaat de drukke hoofdweg en rijd het dorpje binnen. Midden in het dorpje (er zijn maar een handvol, deels onbewoonde huizen) is links aan de dorpsstraat een albergue. Tegenover de kerk. Ik ga naar binnen en vraag of er plek is. Die is er.

Albergue in Redecilla del Camino

Ik confisqueer een bovenbed, neem een douche en trek andere kleren aan. Beneden geef ik me op voor het pelgrimsmenu. Op het binnenplaatsje zitten meer pelgrims. Met deze en gene praat ik wat, werk mijn aantekeningen bij en ik wacht tot het pelgrimsmenu geserveerd word: salade, kip friet en een ijsje. Na het eten loop ik een keer de dorpstraat op en neer, maak wat foto’s en ga vervolgens naar een café dat aan de drukke verkeersweg ligt. De enige kroeg van het dorp. Het verkeer dendert op nog geen twee meter afstand langs de voordeur. Ik neem een orujo de hierbas en ga terug naar de albergue. In Redecilla del Camino is niks te beleven.

Plaats een reactie